maandag 15 juni 2009

Sigaretten, waterpistolen en hoe de sloot veranderde in prikkelbosjes.

Hoe oud zou ik geweest zijn? Elf of misschien wel twaalf. Het was een bloedhete zomermiddag en ik was met een vriendje van me, Jaco, wat aan het kloten met waterpistolen en boterhammenzakjes. Die lieten we dan vollopen met water, knoopje erin en je had ‘wannebe waterballonnen’. Behangen met ‘wannebe waterballonnen’ en met onze waterpistolen in de aanslag begaven we ons naar het pleintje, waarna we wat andere vriendjes zouden ophalen.

Na wat gelellebel langs huisdeuren kwamen we erachter dat de beraamde veldslag op een gortdroge middag zou uitlopen. Velen vriendjes waren niet thuis, of waren zo onder de indruk van hun tot de tanden bewapende opponenten, dat ze maar wat graag nee zeiden.
Hulpeloos begaven we ons op het pleintje, en besloten we de wip-kip te belagen. Na verschillende hinderlagen begon het toch een beetje te vervelen, de wip-kip was toch niet zo gewaagd aan ons als we verwachten.
Plotseling viel mijn oog op een vrijend stelletje die onderuitgezakt op een bakje zaten. Met mijn vinger op de trekker, besloop ik het amandel-pellende tweetal en bleef dreigend voor ze staan.

De jongen, ik denk een jaar of 18, keek me argwanende aan, en nam een trekje van zijn sigaret. Ik bracht mijn waterpistool naar mijn oog en keek door de wc-rol die ik boven op mijn schietschijf met een touwtje had bevestigd. Ja dat had ik ergens op tv gezien, dan keken ze door zo’n lens en dan schoten ze van honderden meters raak. Nu stond ik 10 meter van die jongen vandaan, maar besloot het zekere voor het onzekere te nemen. ‘Als je het waagt, dan gooi ik je in de sloot’ sprak de jongen dreigend en hij had duidelijk succes bij zijn vriendinnetje want die begon te giechelen.
Nou was ik niet zo onder de indruk van zijn dreigement met dit warme weer, dus besloot het dreigement te negeren. Achter me hoorde ik Jaco zeggen: ‘kom op Ruben, we gaan, er is ook nog een wip-paard’, maar ik wilde maar wat graag weten of die jongen van zijn woorden ook daden te maken wist.
Ik besloot te schieten, en of hij nu raak was of niet, vervolgens begon ik als een gek te rennen, achter me hoorde ik Jaco als een speenvarken schreeuwen: ‘Ruben, rennen!, hij zit achter je aan’. Als een duveltje uit een doosje sprintte ik een steegje in een ontweek op zeer atletische wijze de driewieler van de buurjongen. Vervolgens sneed ik een stuk af door dwars door de zandbak te lopen. Achter me hoorde ik zware voetstappen en een gepuf van stoflongen. Ik besloot links af te staan, maar plots werd ik gelanceerd, ik verloor mijn evenwicht en belandde met een boogje in de prikkelbosjes. Ik bleef levenloos liggen en ik hoorde dat de jongen hoestend en proestend wegliep.
Langzaam strompelde ik overeind, keek of mijn waterpistool nog heel was, de wc-rol was geplet door de val, maar voor de rest was mijn schietschijf nog heel. Opeens voelde een scheutende pijn in mijn gezicht. Ik voelde aan mijn wangen en voelde dat er satéprikker-achtige stokjes uit mijn gezicht staken. Met betraande ogen vluchtte ik naar huis waarna mijn moeder bezorgt een huisarts belde.

Vanaf dat moment wist ik het zeker, roken is slecht voor de gezondheid!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten